Britt Van Marsenille: ‘Je hebt altijd een keuze, je moet ze alleen durven maken’
Misschien omdat hij alles met humor aanpakte, ook zijn ziekte?
BVM: ‘Ik heb ook de andere kant gezien. Doordat we zo dicht bij elkaar stonden, heb ik hem bij momenten zien omvallen. Want er hing een zwaard van Damocles boven zijn hoofd, de ziekte lag altijd op de loer. Maar hij heeft het supergoed gedaan. Zeven jaar lang zo positief blijven, daar heb ik waanzinnig veel respect voor. Maar echt afscheid nemen, dat doe je dan niet. Want hoe moet je dat doen?
Weet je wat wel heel schoon was? Marc en ik gingen twee of drie keer per jaar naar Parijs. Een museum doen, wat wandelen. We hadden een vaste route en gingen altijd naar een parkje op een bankje zitten. Om wat te kijken, een dutje te doen, wat te hangen. De laatste keer kocht Marc daar in een winkeltje een rood mutsje voor mij. Onlangs ging ik opnieuw naar Parijs, maar nu met mijn lief. Ik had daar heel veel schrik voor, omdat alles daar een herinnering is. “We doen wat jij nodig hebt”, zei mijn lief. “Wil je naar het parkje, dan gaan we naar het parkje.” Ik besloot om één Marc-dag in te lassen, de rest was van ons. Want je moet ook nieuwe herinneringen maken, dat is net zo belangrijk. Ik wou eerst even naar dat winkeltje want ze hadden mijn rode mutsje gepikt op Pukkelpop. “Wie weet”, dacht ik. En wat ligt daar, één jaar later: dat rode mutsje, een fratskevan 5 euro maar mij zo dierbaar!
Daarna gingen we naar het parkje, op het bankje zitten. Ik moest zó hard huilen. Frederik, mijn liefje, vroeg toen: “Stel dat Marc hier nu naast jou zou zitten, voor de allerlaatste keer, wat wil je hem dan graag zeggen?” Toen ben ik tot de conclusie gekomen dat ik hem alles gezegd heb wat ik wilde zeggen. Hij wist hoe zielsveel ik van hem hield, en ik wist dat ook van hem. De reden waarom ik hem mis en waarom het mij nog altijd zo ontroert, is omdat ik de dagen niet meer met hem kan delen. Want dat deden we, elke dag, jaren aan een stuk. Maar door die vraag besefte ik dat we eigenlijk wél afscheid hadden genomen. Zo kon ik tien stappen vooruitzetten in het verwerken van mijn verdriet. Het was de perfecte vraag. Zo een lief heb ik dus, onwaarschijnlijk toch? (lacht door haar tranen heen)
Als ik aan Marc denk, kan ik lachen en huilen tegelijk. Het is geen kwestie van loslaten maar van anders leren vasthouden. Koesteren. Ik zal dit nooit meer met iemand hebben, maar ik heb het wel gehad en dat moet ik omarmen. Dan denk ik: mijn god, wat ben ik blij dat ik je heb gekend, je hebt mij zoveel meegegeven.’
Wat heeft Marc je meegegeven, kan je dat zeggen?
BVM: ‘Delen is helen. Sinds Marc gestorven is, voel ik dat heel hard. Ook nu, op dit moment. Samenzijn is het hoogste goed. Samen thee drinken in de tuin, op een bankje zitten in Parijs, lekker eten met je familie. Dat zijn misschien clichés maar nu pas besef ik hoe belangrijk die dingen zijn, nu pas kan ik er echt van genieten. Als je iemand ziet sterven, gebeurt er toch iets met je. Ik kende dat niet. Rouwen is een vies beestje, ze mogen dat gerust met auschrijven in de Van Dale. Je moet daar vooral tijd voor nemen, maar dat mogen we niet meer. Ik heb het geluk gehad dat ze bij Radio 2 bijzonder begripvol waren en dat ik zelfstandige ben. Ik heb het vliegtuig genomen en ben een maand naar Panama gegaan om het letterlijk uit te zweten. Wettelijk had ik daar geen recht op omdat ik geen familie ben van Marc. In het beste geval heb je drie dagen, maar dat is veel te weinig.’