Bezoek uit de hemel
Achterbankgesprekken zijn de tafelconversaties van deze tijd. We zijn als mens vandaag immers vooral onderweg, niet thuis. Ik vind ze fijn, die filosofische kinderoverpeinzingen in de rijdende beslotenheid van een auto. Of ik geloof in geesten, was de recentste vraag. Meteen gevolgd door de geruststellende vaststelling dat het niet enkel eng hoefde te zijn, mensen van vroeger die komen kijken hoe we het stellen en vertellen wat we daarna mogen verwachten. Er werd opgesomd wie zeker welkom was. En ook even gezongen. Laat de zon in je hart, geniet van het leven, het is maar voor even.
Die avond ontvang ik in de cocon die ook mijn kantoor is een rijpere man. Hij doet me het tragische verhaal van het overlijden van zijn vrouw, ondertussen ruim vijfentwintig jaar geleden. Die avond was hij haar uitzonderlijk niet gaan ophalen aan het station, maar kwam ze te voet naar huis. Een bestelwagen maaide haar van het voetpad, ze was op slag dood. Hij heeft het over de verwoestende kracht van schuldgevoelens, over het dagelijks gemis, de moeizame maar ook mooie tocht als alleenstaande vader met drie kinderen. Hij wil geen jongere vrouw. Omdat het leven hem geleerd heeft dat de lijnen in een gezicht een verdienste zijn, geen verlies.
Zijn geheugen speelt hem parten en dat vindt hij heel moeilijk. Hij panikeert af en toe, omdat hij haar stem niet meer hoort. De manier waarop ze keek en lachte, en haar gezicht in al zijn details niet meer ziet. Als een mist die wazig over zijn herinneringen is gaan hangen.
Het maakt hem vandaag verdrietiger dan het verlies zelf. Verdriet omdat hij altijd om haar zal rouwen, maar dat het voorwerp van zijn rouw, zijn geliefde opgegeten werd door de tijd.
Het verhaal blijft hangen, maar meer nog de man zelf. Want acht jaar na zijn overlijden heb ik het gevoel dat mijn vader op bezoek is geweest. De gebaren, de oogopslag, zijn manier van luisteren, zijn bescheiden ego, de kleur van zijn gezicht en haar. Hij was het helemaal. Het doet iets met mij wat niet in woorden te vatten is.
Later die avond kijk ik naar een foto van hem. De gelijkenis is niet treffend, en toch krijg ik opnieuw datzelfde gevoel. Alsof mijn herinneringen een manier zoeken om te kunnen blijven bestaan.
Tijdens een volgende rit vertel ik de achterbank dat ik ervan overtuigd ben dat zij die gaan, ons niet komen bezoeken. Dat we ze wel kunnen zien en voelen in anderen, omdat die bij ons een verlangen invullen, even vader, moeder, opa, broer of zus voor ons zijn. Daar worden ze stil van. Ze begrijpen het niet echt, maar vinden dat ook niet erg. En opnieuw zingen ze uit volle borst: ‘Het duurt maar voor even, geniet van het leven’.
Rika Ponnet is seksuologe en staat met beide voeten in de praktijk. Wat ze hoort, ziet en voelt binnen de vier muren kadert ze vanuit haar wetenschappelijke achtergrond en jarenlange ervaring. www.duetrelatie-bemiddeling.be