Een baby op bestelling, waar ligt de grens?
Ook als de keuze voor medische ingrepen niet gemaakt is vanuit het onvermogen om een natuurlijk kind te krijgen, en dus niet vertrekt vanuit een strikt medische noodzaak, is er vaak meer aan de hand dan we op het eerste gezicht zouden denken. Een vrouw die eitjes laat invriezen om haar kinderwens te kunnen uitstellen, doet dat zelden zomaar ‘om eerst carrière te kunnen maken’. Misschien ontbreekt er een partner in het leven om samen een kind mee te krijgen, of is er sprake van verminderde vruchtbaarheid of schade aan de eicellen door een ziekte zoals kanker. Bovendien is de keuze op zich ingrijpend, en de kans op succes niet gegarandeerd. Zo’n beslissing neem je dus nooit ‘zomaar’. Ook koppels die omwille van een erfelijke belasting kiezen voor het selecteren van gezonde embryo’s kampen vaak met mixed feelings, aangezien deze techniek niet alleen inhoudt dat verschillende embryo’s vernietigd worden maar ook dat zij ‘het verwekken van hun kind’, wat voor anderen in een intieme setting gebeurt, volledig gemedicaliseerd moeten meemaken.
Ingrijpende keuzes
Maar hoe ver kunnen we gaan? Koste wat het kost een kind willen en proberen te krijgen is één ding. Maar kunnen en willen we dan ook bepalen welk kind we krijgen? Johan Braeckman, moraalfilosoof en hoogleraar aan de UGent, is van mening dat we het over een paar generaties normaal gaan vinden het geslacht en andere kenmerken van onze baby te kunnen kiezen. Zo zegt hij in het net verschenen boek van gynaecologe Petra de Sutter De maakbare baby, die de huidige en toekomstige mogelijkheden met de vragen en bedenkingen die ze oproepen op een rij zet. En dat zijn er best wel wat. Want hoe bepaal je of een bepaalde keuze met betrekking tot de maakbaarheid van een kind een ethische grens overschrijdt of niet?
‘Het grote probleem met deze kwestie is dat we er anders over denken als we direct betrokken zijn dan wanneer we er van een zekere afstand naar kijken’, zegt Paul van Tongeren, emeritus hoogleraar wijsgerige ethiek aan de Radboud Universiteit Nijmegen. ‘Wie van een afstand kijkt, ziet de kinderwens als een van de wegen waarlangs mensen zichzelf kunnen verwezenlijken. Geen van die wegen is noodzakelijk en niet elk van deze wegen kan samen met de andere bestaan. Als buitenstaander kan je zien dat ook het toeval of het noodlot meespeelt bij het feit dat sommige mensen zonder en anderen met kinderen door het leven gaan. Maar voor diegene die in de situatie staat, is het anders. Die moet hier en nu kiezen, realiseert zich dat het nu of nooit is en is zozeer gehecht aan wat zij nu verlangt dat zij het toeval niet kan laten beslissen over de al of niet invulling van haar wens.’
Dat geldt voor allerlei keuzes, maar voor de kinderwens in sterke mate. Vanwege het ingrijpende karakter ervan, vanwege de afhankelijkheid van de partner, van de mogelijkheden van het lichaam, en vooral van het onomkeerbare karakter van de gemaakte keuze. Daarom is er volgens van Tongeren van een echte keuze ook meestal geen sprake. ‘Echt kiezen kun je slechts tussen opties die je beide voor je ziet, waar je in zekere zin boven staat, en die je toelaten je keuze eventueel – minstens tot op zekere hoogte – te herroepen’, duidt hij. ‘Keuze voor vervulling of opgeven van een kinderwens zijn een beetje als keuzes voor of tegen levensbeëindiging: de opties zijn onvergelijkbaar, minstens één van de opties is onomkeerbaar en je bent als kiezer zozeer het object van je eigen keuze, dat je je er niet boven kunt verheffen.’
Toch moeten we ook in dit soort situaties soms onvermijdelijke keuzes maken. ‘Daarbij is het belangrijk je te realiseren dat elke keuze een soort sprong is’, zegt van Tongeren, ‘op goed vertrouwen maar met consequenties waar we verantwoordelijkheid voor moeten nemen. Om diezelfde reden is het belangrijk dat we dit soort keuzes niet alleen hoeven te maken. Omdat de keuze altijd een onzekerheid impliceert, is het van belang dat we de last daarvan samen als maatschappij kunnen dragen.’
(…)
Het volledige artikel over ‘maakbare baby’s’ lees je in de septembereditie van Psychologies (2017)