Ann Lamon stak vluchtelingen een hart onder de riem
‘Tijdens die beautyworkshops konden de vrouwen tot rust komen en begonnen ze te vertellen. Het werkte duidelijk therapeutisch’
‘Tijdens die beautyworkshops konden de vrouwen tot rust komen en begonnen ze te vertellen. Het werkte duidelijk therapeutisch’
Informaticus Ann Lamon kon niet onbewogen blijven bij de barre levensomstandigheden die de vluchtelingen ondergingen in Calais. Ze trok samen met andere moeders uit Hoegaarden naar de vluchtelingenkampen in Noord-Frankrijk en schreef er een boek over.
Tekst Katrien Elen
Vanwaar komt jouw betrokkenheid?
Ann Lamon: ‘Toen ik mama werd, ben ik uit de ratrace van de consultancy gestapt. Ik vond een nieuwe job aan de KU Leuven waarin werk en privé meer in balans waren en gebruikte de vrijgekomen tijd om mezelf te engageren. Toen de vluchtelingencrisis onze contreien bereikte, was ik erg aangedaan. Ik had nog nooit contact gehad met oorlogsvluchtelingen en plots stonden ze op de stoep in onze hoofdstad. Toen de kleine Aylan Kurdi aanspoelde in Turkije, kregen de vluchtelingen een gezicht en besloot ik om samen met enkele moeders uit de buurt naar Calais te trekken.’
Hoe waren de reacties in je omgeving?
AL: ‘Ik was verbaasd over de warme solidariteit in onze samenleving. Hoewel het in de media niet zo lijkt, beweegt er echt iets over heel Vlaanderen. Al heel snel kwam er zelfs een stop om nog spullen in te zamelen omdat de opvangcentra de toevloed niet meer verwerkt kregen.
Natuurlijk kwamen er ook negatieve reacties. Mensen zijn bang voor het onbekende. Ze durven de vluchtelingen zelfs niet in de ogen kijken. Veel haatberichten komen van mensen die vinden dat ze zelf tekort zijn gekomen. Ze zijn bijvoorbeeld ziek geweest en hebben het gevoel dat de overheid hen niet heeft geholpen. Het frustreert hen dan dat “die vreemdelingen” hier zomaar mogen blijven.’
Het is altijd gemakkelijker om in de zetel te blijven zitten en niets te doen, toch?
AL: ‘Ik vind het evident om te helpen. We zijn allemaal mensen. Als mijn buurvrouw aan de deur staat en zegt: “ik heb een probleem”, dan sla ik de deur toch ook niet dicht. Toegegeven, de eerste keer in Calais wist ik niet wat te verwachten. De omstandigheden waarin die mensen leefden, waren hallucinant. Het is beschamend dat onze maatschappij dit laat gebeuren. Ik kon bijna niet geloven dat deze bidonville bestond op 2,5 uur rijden van mijn huis. Vanaf dan kon ik die mensen niet zomaar meer de rug toekeren.
De emotionele en fysieke impact is wel heel zwaar geweest voor de vrijwilligers. Ik snap heel goed dat sommigen liever van thuis uit kleren sorteren of onderzoek verrichten. We waren niet getraind of voorbereid op wat ons te wachten stond. Toch ben ik blij dat we de adviezen van Caritas om weg te blijven niet zijn gevolgd. Mensen in nood moet je helpen. Sommige stemmen beweren bovendien dat we dit doen om onze eigenwaarde op te krikken.
Geloof me, de afgelopen jaren hebben we veel woede en verdriet gevoeld. Nooit gedroegen we ons als moreel superieur. Integendeel, we hebben ons bescheiden opgesteld. Ik vertrek altijd met de intentie dat ik ga helpen zonder mezelf op te dringen of pijn te berokkenen. Soms krijg je bij de bedeling natuurlijk ook te maken met een aantal assertieve, bijna agressieve mannen. Ik probeer me altijd af te vragen waarom ze zo zijn. Misschien hebben ze grote honger en heeft de tocht hen gefrustreerd. Wij vragen altijd om respect maar zullen ook respect tonen. We proberen iedereen als mens te behandelen.’
Met welke acties hebben jullie het verschil gemaakt?
AL: ‘Onze beauty workshops! Veel vrouwen dragen geen hoofddoeken in de kampen om religieuze redenen maar omdat hun haar zo vettig is. Soms zijn er geen douches en als je je maandstonden hebt, moet je je maar behelpen. Ik heb vrouwen met baarden gezien die zichzelf compleet waren verloren en nog een schim waren van zichzelf. Tijdens die workshops konden de vrouwen tot rust komen en begonnen ze te vertellen. Het werkte therapeutisch, ze konden zich weer mens voelen.’
Wat hoop je met je boek te bereiken?
AL: ‘De anonieme transmigranten uit de media een stem en een gezicht geven. Zoveel verhalen hebben me aangegrepen. Ik denk nog zo vaak aan dat omaatje in Duinkerke dat tot haar enkels in de modder stond, of het pas bevallen koppel dat enkele dagen na de bevalling dagen en uren moest aanschuiven om samen met hun kind asiel aan te vragen. Dat moet toch beter kunnen. Maar ook in België mis ik menselijkheid. Ik verlang terug naar vroeger, toen we buiten op een stoel met onze buren babbelden. We zijn niet gemaakt voor al die drukte en stress, ik denk dat we hier echt behoefte aan hebben.’
Meer lezen? Jungle, Ann Lamon (Uitgeverij Vrijdag, 2018)