Als je zo slim bent, waarom ben je dan niet gelukkig?
Waarom richt je je in je boek tot slimme en succesvolle mensen?
RR: ‘Omwille van drie redenen. Eerst en vooral begrijp ik die doelgroep en hun problemen het best, omdat ik een professor ben aan een universiteit waar ik omringd ben door slimme en succesvolle mensen. Ten tweede is het intellectueel een bijzonder interessant probleem dat slimme en succesvolle mensen ongelukkig zijn. Je zou immers toch denken dat slimme en succesvolle mensen gelukkig zouden zijn, gezien het feit dát ze slim en succesvol zijn en daardoor beter in het bereiken van grote doelen in het leven, zoals gelukkig zijn. Maar ze zijn vaak niet gelukkig of niet zo gelukkig als ze zouden kunnen zijn. Wat intrigerend is. En ten slotte: als slimme en succesvolle mensen gelukkig zijn, heeft dat een grote positieve impact op anderen. Als mensen gelukkig zijn, worden ze vrijgeviger, vriendelijker en zijn ze meer gericht op anderen. Dus denk ik dat de impact op het geluk van iedereen groter is als ik me richt op slimme en succesvolle mensen. Zij hebben immers invloed op hoe de middelen in de wereld verdeeld worden.’
Je boek is opgebouwd uit testjes waarmee je bijvoorbeeld je eigen hechtingsstijl kan meten, of je mate van eenzaamheid. Dat correspondeert met hoofdstukken waarin elke doodzone van gelukkige mensen tegen een gewoonte van gelukkige mensen wordt afgezet. En tenslotte zijn er geluksoefeningen waarmee je gaandeweg aan je eigen geluk kan werken. Eén van de eerste geluksoefeningen is het definiëren van wat geluk is. Wat is je eigen definitie en welke mooie definitie heb je wel eens van anderen gehoord?
RR: ‘Mijn definitie gaat als volgt: gelukkig zijn is voor mij frivool, speels en vreugdevol zijn, maar niet ten koste van compassie of rationaliteit. Een andere mooie definitie die ik eens hoorde, is erg eenvoudig, maar toch diepzinnig: geluk is niet iemand anders willen zijn dan je bent, die iets anders doet dan je doet.’