Steeds meer wetenschappelijk onderzoek bevestigt het verband tussen onze darmen en aandoeningen als depressie, allergie, reuma, Alzheimer en Parkinson. Het lijkt er dus op dat onze darmen bijzonder veel invloed op ons hebben. Zelfs in die mate dat we van een ‘tweede brein’ of een ‘buikbrein’ kunnen spreken.

Tekst Sarina Wijnen – Foto Shutterstock

Icone citation

FACT – Als je een laboratoriummuis met een angstig karakter een fecaliëntransplantaat geeft van een meer dappere labomuis, gaat zo’n bange muis zich ondernemender gedragen.

We houden ons liefst niet te veel bezig met onze darmen. Want uitwerpselen en ingewanden: vies. Maar we zouden dat beter wél doen. Steeds meer wetenschappers constateren namelijk een sterke link tussen onze darmen en onze fysieke en psychische gezondheid. Zo werden bij een recente Canadese studie fecaliën uit de darmen van de ene muis ingebracht in de darmen van de andere. En wat bleek? Als je een laboratoriummuis met een angstig karakter een fecaliëntransplantaat geeft van een meer dappere labomuis, gaat zo’n bange muis zich ondernemender gedragen. Die durft dan opeens wel van torentjes te springen of door water te lopen. Ook het Academisch Ziekenhuis van Gent kwam een tijd geleden met gelijkaardige interessante bevindingen. Artsen probeerden er patiënten met een langdurige bacteriële darminfectie te helpen door middel van een experimentele stoelgangtransplantatie. En opeens werden mensen die daarvoor nooit depressief geweest waren dat wel. Die patiënten hadden dat overgekregen via de stoelgang van diegenen van wie ze een transplantaat ontvangen hadden. Uit een experiment van de Nederlandse universiteit van Leiden kwam dan weer dat proefpersonen die probiotica namen – middelen met een gezonde darmbacteriemix – beduidend minder piekerden en minder agressief reageerden bij tegenslag dan de controlegroep die geen probiotica had geslikt.

Oorzaak of gevolg?

Door deze en andere opmerkelijke onderzoeksresultaten besloot het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) recent om een grootschalige studie te starten naar de invloed van darmflora, oftewel de bacteriën in de darmen. Op dit moment loopt er onder leiding van KUL-professor en microbioloog Jeroen Raes het Vlaams Darmflora Project, waarbij er onder andere naar de link gezocht wordt tussen darmflora en depressie. ‘Door eerdere onderzoeken weten we al dat er een verband is tussen de darmflora en hersenontwikkeling, gedrag en neurale aandoeningen. We hebben al meermaals gezien dat mensen met depressies, autisme, Alzheimer en Parkinson een andere samenstelling van darmflora hebben’, zegt hij. ‘De vraag is alleen: hoe zit dat verband precies in elkaar? Wat is oorzaak en gevolg? Ook dat willen we in ons project onderzoeken.’

Hoewel er nog veel bewezen moet worden, is professor Raes ervan overtuigd dat onze darmen heel veel bepalen. De stelling dat onze darmen onze tweede hersenen zijn, onderschrijft hij dan ook volledig. Deze term is afkomstig van de Amerikaanse neurowetenschapper Michael Gershon, die er de honderd miljoen neuronen mee aanduidt die ons spijsverteringskanaal omgeven – veel meer neuronen dan in ons ruggenmerg zit – en die informatie van onze buik naar onze hersenen brengen. ‘Maar ook hier is de vraag: hoe werkt het dan precies?’, geeft professor Raes aan. ‘Sommige wetenschappers zeggen dat de darmbacterie rechtstreeks de nervus vagus, de zenuwbaan die tussen de hersenen en de darmen loopt, kan prikkelen en zo signalen naar de hersenen kan sturen. Daarnaast zijn er studies die aantonen dat bepaalde bacteriën in de darmen neurotransmitters en serotonine aanmaken en zo het gedrag, en dus depressies en angsten, beïnvloeden. Maar er zijn ook een paar andere mogelijke routes: de communicatie van de darmen met de hersenen kan ook via hormonen, voeding of ontstekingen verlopen. Op dit moment kunnen we daarover nog niets met zekerheid zeggen en is er dus meer onderzoek nodig.’

Een intrigerende link

Welke aandoeningen we aan onze darmen kunnen linken? Wonderlijk veel, aldus professor Raes. ‘De sterkste indicaties vinden we voor ontstekingsaandoeningen zoals de ziekte van Crohn, MS, rheumatoide artritis, diabetes en insulineresistentiesyndroom. We zien ook associaties tussen darmflora en darmkanker, en zoals gezegd Parkinson, Alzheimer en autisme. Ook voor het verband tussen darmflora met depressies en gedrag beginnen er steeds meer bewijzen te komen. En daarnaast blijkt er ook een associatie te zijn tussen de darmen en huidaandoeningen zoals acne, eczeem en psoriasis, en allergieën. Een associatie betekent dat mensen die aan deze aandoeningen lijden een verstoorde darmflora hebben. Maar ook hier is de vraag: hoe zit het met de causaliteit? Veroorzaakt de darmflora de ziekte of is die er een gevolg van? Of werkt het in beide richtingen? Want dat laatste is ook een mogelijkheid.’

Persoonlijk begint professor Raes er almaar sterker van overtuigd te raken dat de darmflora wel degelijk een effect heeft op psyche en gedrag. Jeroen Raes: ‘Dat denken veel wetenschappers, doordat er zo veel indicaties voor zijn. Maar ook hier is er nog veel onderzoek nodig om dat met zekerheid te kunnen zeggen. We zitten ook nog lang niet in het stadium dat we aan diagnose kunnen doen of dat we behandelingen van de darmflora kunnen voorschrijven om bepaalde aandoeningen te genezen. Daar zijn we nog tien à vijftien jaar van verwijderd. Er moeten eerst nog grootschalige placebo-gecontroleerde studies gebeuren. Pas dan kunnen we zeker zijn dat bepaalde behandelingen werken.’

(…)

Lees meer in de januari-februari editie van Psychologies (2018)