Ook na een depressie kan je weer rechtkrabbelen en er zelfs sterker en beter uitkomen. Dat ondervond zangeres Annelies Brosens. Zij is te zien met Open Geest XL, muziektheater waarin ze als een soort van coming-out het verhaal vertelt van de donkere periode die haar het gevoel gaf alsof iedereen rond haar leefde, behalve zij. Tot iets eenvoudigs – zoals het maken van een koninginnenhapje – haar weer een sprankel gevoel gaf.

Tekst Sigyn Elst – Foto’s Marleen Daniëls

‘Mijn kinderen zien lachen, hen zien spelen. Ik voelde er niks bij. Ik besefte pijnlijk hard dat het niet normaal is dat dat me niks deed’

Annelies Brosens wacht me op aan het station van Kalmthout. Ze leunt tegen een muurtje en geniet van de zon op haar gezicht. Ik zwaai haar toe en verontschuldig me voor de vijf minuten vertraging van mijn trein. ‘Oh ben je later? Dat heb ik zelfs niet gemerkt’, zegt ze ontspannen. We rijden een stukje verder met de auto naar het landelijke gehucht waar ze samen met haar gezin woont in een hoeve met gezellige tuin. De kippen lopen los, samen met de hond en de kat. De haan zal de naam van het naar hem genoemde gedrag alle eer aandoen, totdat Annelies het gesprek onderbreekt en een kip die zich heeft vastgelopen in een hoek van de serre de weg naar buiten wijst. Pas dan staakt de haan zijn schorre gekukeleku en trippelt het tweetal naar de rest van de ren.

Hulp aanvaarden van anderen, het geldt soms voor dieren in nood, maar ook voor mensen. ‘Het klinkt misschien gek maar ik kan mijn depressie vandaag als een cadeau zien’, zegt ze. ‘Ik heb geleerd om niet alle hooi op mijn eigen vork te nemen, maar mezelf het comfort van hulp te gunnen.’

Omdat Annelies haar depressie niet voor niks wil hebben meegemaakt, trok ze vorig jaar in het kader van de Te Gek!?-campagne langs de Vlaamse psychiatrieën. Ze zong en vertelde er haar verhaal aan de hand van dagboekfragmenten. Dat programma krijgt dit najaar een uitbreiding naar het grote publiek in de culturele centra. ‘Ik moet iets positiefs doen met wat ik heb meegemaakt’, zegt ze. ‘Het is een verhaal dat verteld mag worden, zeker omdat ik voel dat het probleem heel aanwezig is in onze maatschappij.’

Jijzelf voelde dat er iets niet klopte kort na de geboorte van je derde kindje.

Annelies Brosens: ‘Ja. Mijn dochtertje Mariken is geboren in mei 2010. Ik had al twee zonen dus was ik overgelukkig. Ik voelde me echt de mama der mama’s, heel sterk, een soort van oermama bijna. Dat gevoel was na drie maanden volledig weggeëbd en had plaats gemaakt voor vermoeidheid en leegte. Ik voelde dat er meer aan de hand was dan de moeheid die typisch is voor een jonge mama. Anderzijds was ik totaal niet vertrouwd met de problematiek van depressie, dus ergens in mijn achterhoofd klonk er altijd een stemmetje: “nee toch niet ik”. Ik durfde er zelfs niet aan te denken dat het een depressie of een postnatale depressie zou zijn. Er was ook helemaal geen rechtstreekse aanleiding om me niet goed te voelen.’

Merkte je omgeving iets aan jou?

AB: ‘Zij probeerden me gerust te stellen door te zeggen dat moe zijn heel normaal is met drie jonge kinderen. Ik bleef dus maar doordoen. Maar ondertussen vroeg ik me almaar vaker af: is dit het dan? Dat lege gevoel overheerste, maar daar leef je natuurlijk niet voor. Toch deed ik door. Ik ben ook een mama die vindt dat ze altijd flink en aanwezig moet zijn, altijd aan de schoolpoort moet staan, elke dag vers moet koken. Beter gezegd, ik was zo’n mama, want daar heb ik ondertussen aan gewerkt. Kant-en-klare pannenkoeken zijn ook goed.’

Icone citation

‘Ik heb geleerd om niet alle hooi op mijn eigen vork te nemen, maar mezelf het comfort van hulp te gunnen.’

Wat deed het met je dat je je voelde wegzakken?

AB: ‘Leven deed ik niet meer echt. Ik was er wel maar ik nam geen deel meer aan het leven. Ik voelde me heel alleen. Ik verzette me aanvankelijk ook tegen die gevoelens, ze pasten niet bij mij en bij de persoon die ik altijd was. Ik wilde ook direct genezen zijn, terwijl ik eigenlijk nog niet doorhad dat ik ziek was.’

Wanneer is het woord depressie voor het eerst gevallen?

AB: ‘Ik ben uiteindelijk toch naar de huisarts gegaan en die schreef antidepressiva voor. De dokter raadde me ook aan om met een psycholoog en een paar maanden later zelfs met een psychiater te gaan spreken. Ik vond dat verschrikkelijk om te aanvaarden. Als ik er nu op terugkijk weet ik maar één ding: ik had het zoveel vroeger moeten doen. Die mensen zijn er om je te helpen, maak daar gebruik van.’

Je bent eerst diep moeten gaan, voor je aan je genezing bent begonnen.

AB: ‘In 2011, vlak na de verjaardag van mijn oudste zoon ben ik echt helemaal gecrasht. Ik had me weer compleet uitgesloofd om er een perfect feestje van te maken waarop iedereen zich goed moest voelen. Ik legde mezelf altijd hoge eisen op. De therapeute heeft me daarop gewezen. Ze zei “Annelies, jij doet alles volgens de verwachting en naar de goedkeuring van anderen.” Dat is mijn trigger. Het is sterker dan mezelf om dat te willen doen, het is een stuk van mijn persoonlijkheid. Maar vandaag voel ik veel beter aan wanneer ik weer naar perfectionisme neig, dan weet ik dat ik moet oppassen. Vandaag herken ik de signalen, maar ik ben daar inderdaad eerst heel diep voor moeten gaan.’

(…)

Lees het vervolg van dit interview in de septembereditie van Psychologies