Vertrouwen in de ander dat gebaseerd is op rede en niet op emoties. Dat is de voorwaarde voor authentieke relaties, vindt professioneel bemiddelaar Fabien Éon. Psychologies ging met hem in gesprek.

Tekst Laurence Lemoine

Waarom hebben we vandaag zo’n nood aan vertrouwen?
Fabien Éon:
‘De wereld is aan het veranderen, en dat brengt angst met zich mee. Vandaar de behoefte aan geruststelling, ook al hebben we het geluk om in een vrij bevoorrecht land te leven. In de bedrijfswereld heeft het stijgende wantrouwen te maken met de manier waarop ons werkleven geëvolueerd is. Vroeger bleef je je hele leven bij dezelfde werkgever, mensen waren daarin enorm loyaal.

Vandaag is dat niet langer het geval. Toch gaan veel mensen nog altijd op zoek naar een gelijkaardige afhankelijkheidsrelatie met een baas, met een leider. Maar dat soort kinderlijk vertrouwen vormt de voedingsbodem voor blind vertrouwen, voor onderwerping. Terwijl we vandaag net nood hebben aan vertrouwen dat gebaseerd is op rede en minder op emoties.’

Wat bedoel je daar precies mee?
FÉ: ‘Neem nu de sociale media. Dat is een tool waarmee we bergen kunnen verzetten. Maar wat delen we op Facebook? Vooral vluchtige emoties – we zijn verontwaardigd, we stellen dingen aan de kaak, we zijn blij of net heel triest. Op een paar zeldzame gevallen na monden die emoties zelden uit in een collectieve actie.

Het biedt ons wel een vorm van geruststelling, die te maken heeft met het feit dat we allemaal samen iets hebben ervaren. Dat is emotioneel vertrouwen. Rationeel vertrouwen maakt dat je dingen opbouwt en is gebaseerd op projecten die uitmonden in sociale innovatie.’

Hoe stimuleer je dat soort vertrouwen?
FÉ: ‘Door onze visie op de mens te veranderen en het mensbeeld van de 18de-eeuwse Franse filosoof en schrijver Rousseau over te nemen. Die vond dat de mens fundamenteel goed is, en het waard is om vertrouwen te krijgen. Dat was een grote verandering ten opzichte van de Engelse filosoof Hobbes uit de 17de eeuw, die net vond dat de mens een wolf is voor zijn medemens. Volgens hem laten we ons leiden door onze angst en verlangens, en zijn we alleen op eigenbelang uit, ook als dat ten koste gaat van anderen. Het is die visie van Hobbes die politici aandikken om hun macht te rechtvaardigen, of die fanatiekelingen gebruiken om terrorisme goed te praten.

Zelf ben ik ervan overtuigd dat psychologen die achter elke handeling een verborgen motief proberen te ontdekken evengoed die misantropische kijk van Hobbes aanwakkeren. Als je overal alleen maar het slechte ziet dan kan het niet anders dan dat je op jezelf terugplooit. Nochtans is de werkelijkheid helemaal anders. Want ook al zijn er mensen die liegen en misdaden begaan, in het algemeen mag je geloven wat anderen zeggen, hoef je niet meteen het ergste te denken. Door dat te erkennen bouw je constructievere relaties op.’

Wat verwijt je psychologen precies?
Fabien Éon: ‘Veel psychologen hebben de neiging om bepaald gedrag als “pathologisch” te bestempelen, of relaties als “schadelijk”, terwijl het eigenlijk gewoon gaat om relaties die heldere grenzen en afspraken nodig hebben. Of ze spreken van daders en slachtoffers, terwijl de verantwoordelijkheid voor een relatie bij beide partners ligt.

In ondernemingen heeft dat een dramatisch gevolg: er wordt jacht gemaakt op het verfoeilijke narcisme, terwijl er alleen meer solidariteit of een rationele aanpak – iets wat bemiddeling kan bieden – nodig is. Hoe kan je nu de sociale dialoog verbeteren als je ervan overtuigd bent dat de ander alleen maar zijn behoeften vervuld wil zien, of dat iemand in een bepaalde functie sowieso slechte bedoelingen heeft? Beslissen om te vertrouwen is beslissen om geen vooroordelen te hebben ten opzichte van de ander.’

De ander vertrouwen is niet evident als je al vaak bedrogen bent…
FÉ: ‘Gemakkelijk is het niet, dat klopt. Maar de fout die we vaak maken is afgaan op wat we ervaren zonder verder te kijken. Het is niet zo dat je je intuïtie moet negeren, maar je moet die wel op een rationele manier aftoetsen. Wat voel ik precies? Waarom? Probeer ook te bekijken in hoeverre projecties meespelen. De ander doet je misschien aan iemand denken, maar is die persoon niet. Probeer dus eerst eens dieper te graven.

Vertrouwen veronderstelt dat je het aandurft om een relatie aan te gaan, dat je je vooroordelen kritisch bekijkt, dat je de ander tegemoetkomt. Bij een conflict bijvoorbeeld is dat vertrouwen dikwijls ver te zoeken. In de school van mijn zoon zit er bijvoorbeeld een leerling van wie de vader gechoqueerd was door een uitspraak van een leraar. Hij stuurde meteen een mail rechtstreeks naar de schoolinspectie. Waarom probeerde hij niet eerst om het probleem uit te praten met die leerkracht? Een mail sturen mag dan moedig lijken in de ogen van sommigen, het is eigenlijk een laffe daad.’

De ander vertrouwen veronderstelt dus eerst en vooral dat je vertrouwen hebt in jezelf?
FÉ: ‘Ja en nee. Ja omdat je voldoende onafhankelijk moet zijn om een vertrouwensband aan te gaan. Je mag de ander niet willen overheersen of verwachten dat hij zich aanpast aan jouw wensen. En nee omdat de link tussen zelfvertrouwen en vertrouwen in de ander wat doet denken aan de kip en het ei-verhaal: het een brengt het ander mee en omgekeerd.

Als ik leer om vertrouwen te hebben in de ander – en ik erken daarbij dat de ander gedreven wordt door goede intenties, ook al gebeurt het wel eens dat hij, net als ik, onbeholpen uit de hoek komt door onwetendheid of onkunde veeleer dan door kwaad opzet – dan kan ik ook gemakkelijker te kennen geven wie ik ben en wat ik wil. Veeleer dan mezelf weg te cijferen heb ik dan de mogelijkheid om duidelijk te maken wat mijn bedoelingen zijn en om de ander te vragen naar zijn plannen. Samen worden we zo doeltreffender, en we kunnen ons verheugen over wat we bereikt hebben.’