Een tijd van doorgedraaide ego’s, daarin leven we. Maar net nu het individualisme op zijn hoogtepunt lijkt, lijkt het tij toch te keren, meent auteur en toekomststrateeg Susanne Piët. ‘We willen opnieuw samen leven in de samenleving.’ Maar wie zet de eerste stap?
Tekst Tina De Gendt
De selfie is er het beste bewijs van: nog nooit zijn we zo ongegeneerd verliefd geweest op onszelf, en nog nooit voelden we zo sterk de behoefte om dat te delen op zo’n grote schaal. Als mens balanceren we constant op de slappe koord tussen alleen en samen, individueel of collectief, zelfstandig en afhankelijk. Maar vooral de laatste decennia leken we een voor een van die koord af te donderen, als we de krantenkoppen mogen geloven: ‘Een op vier Belgen is eenzaam’, ‘Vlaanderen is koploper zelfdoding in Europa’, ‘Alleenstaanden slachtoffer van discriminatie’ en ‘Twintig procent ouderen is depressief’.
De slinger was zo ver doorgeslagen naar de individuele kant dat het tij wel moest keren. ‘Egolutie’, noemt Susanne Piët het. ‘Gewetensvol leven is de nieuwe trend. De verheerlijking van ego, bezit en geld en het nietsontziend faken en profiteren hebben hun tijd gehad.’ Het mag weer over ons gaan.
Wij leven
Halfweg de vorige eeuw droomden gezinnen ervan om de stad te ontvluchten en zich terug te trekken in een villa waar ze zo weinig mogelijk mensen moesten zien. Supermarkten verspreidden zich tot in de verste uithoeken van het land en de gezinswagen maakte het voor het eerst mogelijk om ver van de beschaving af te wonen zonder al te veel aan vrijheid en comfort in te boeten.
‘Vandaag zien we dat jonge gezinnen de tegenovergestelde beweging maken’, aldus Piët. ‘Aangetrokken door de warmte van de stad gaan ze opnieuw in oude volksbuurten wonen die de generaties voor hen hadden afgeschreven.’ Gewoon naast elkaar wonen is voor de avant-garde zelfs niet voldoende: zij willen mét elkaar leven in cohousing-projecten of gemeenschapshuizen. Na globalisering is ‘glokalisering’ de nieuwste trend: in deze onbevattelijke, anonieme wereld verlangen we almaar meer naar een lokaal kader. Van onze groenten tot onze vrienden: we zoeken het in de buurt.
Wij denken
‘Ik denk dus ik ben’, schreef Descartes al in de zeventiende eeuw. De ik-cultuur is sindsdien niet meer weg te denken uit onze maatschappij. ‘Door de gestegen welvaart is dat uitgangspunt de afgelopen eeuw volledig doorgeslagen naar het punt waarop elk individu vindt dat zijn behoeften en verlangens constant bevredigd moeten worden’. In haar boek Egolutie – Het einde van het ik-tijdperk beschrijft Piët hoe we nu in een tegenbeweging terecht zijn gekomen.
Geholpen door de economische, politieke en ecologische crisis komt ‘het geheel’ weer centraal te staan: de planeet, normen en waarden, maar ook de gemeenschap. ‘Sinds 2000 heeft het internet alles in een stroomversnelling gebracht: sociale media zijn krachtige motoren voor nieuwe sociale bewegingen.’ Denk maar aan het succes van Veggie Donderdag of Daily Racism
Wij zijn
De context waarin we onszelf als persoon en als gemeenschap moeten identificeren is de afgelopen eeuw drastisch veranderd. Door migratie is de diversiteit in de wereld op heel wat plaatsen (en niet in het minst in Europa) danig toegenomen. Daardoor moeten we op zoek gaan naar een nieuwe definitie van ‘wij’. Met wie willen we een gemeenschap vormen? Met wie willen we samenleven?
Aan de ene kant neemt het nationalisme en het ‘eigen-volk-denken’ daardoor toe, anderzijds ontstaat in die multiculturele context een nieuw ‘wij’ dat zich niet langer zomaar in een hokje (van geloof of afkomst) laat plaatsen. Dat ‘nieuwe wij’ vindt verbondenheid in de ambitie om een open samenleving te creëren. Ook op dat vlak is er duidelijk sprake van ‘glokalisering’: we definiëren onszelf niet meer aan de hand van een land maar zoeken onze identiteit almaar meer in een stad of zelfs een wijk.
Wij werken
Sinds de vorige eeuw zien we een duidelijke tendens naar meer inspraak op de arbeidsmarkt: de strakke hiërarchie op de werkvloer werd doorbroken ten voordele van teamwerk, coaching en peerevaluatie. Een baas die zich autoritair opstelt wordt vandaag erg ouderwets bevonden: je moet als manager tussen je mensen staan en behalve delegeren ook zelf de armen uit de mouwen steken.
‘Vooral bij nieuwe ondernemers is de trend duidelijk’, aldus Piët. ‘Op de Design Academy waar ik lesgeef zie ik sinds 2000 een duidelijke toename van het aantal studenten die als collectief aan de slag gaan. Eerst waren het vooral duo’s, maar de laatste jaren zijn er ook steeds grotere collectieven.’ Familieleden of vrienden die de koppen bij elkaar steken en voor hun passie kiezen, het komt vandaag opvallend vaker voor. ‘De economische crisis heeft daar zeker een handje bij geholpen: zonder startkapitaal is alleen starten gewoon onmogelijk geworden.’
Wij veranderen
De eerste zwaluwen zijn in het land, maar voor we in onze maatschappij weer van een echte samenleving kunnen spreken zullen nog veel meer mensen de hand naar elkaar moeten uitsteken. In een tijd van individualisme en onafhankelijkheid is het niet altijd gemakkelijk om de stap naar elkaar te zetten. Het vergt moed om het conflict niet te vermijden maar het op een positieve manier aan te gaan.
Wie durft vandaag echt vertrouwen op een ander? En eerlijk zijn, zelfs op plaatsen waar het ons onze nek kan kosten? Openstaan voor de ander, ook als er een wereld van verschil tussen jullie staat. Het zijn uitdagingen waar we vandaag allemaal mee te maken krijgen. Maar op de werkvloer of in onze relaties: de verandering die we zoeken ligt in onszelf.
Besmettelijk
Wij gelukkig, jij gelukkig
Nicholas Christakis is sociaal wetenschapper aan de universiteit van Harvard. Al jaren bestudeerde hij de ‘besmettelijkheid’ van sociale problemen zoals alcoholisme en obesitas, toen hij besloot om zich op een positiever thema te storten. Gedurende twintig jaar bekeek hij het geluksniveau bij 4 739 personen in het stadje Framingham. Uit het onderzoek kwam duidelijk naar voren dat de nabijheid van gelukkige mensen een bepalende factor is voor iemands geluksniveau.
Als je iemand kent die gelukkig is stijgt je geluksgevoel met 15,3 %. Ken je iemand die een gelukkig iemand kent dan neemt je geluksgevoel toe met
9,8 %. Zelfs in de derde graad (als je iemand kent die iemand kent die gelukkig is) neemt je gelukskans nog toe met 5,6 %. ‘Goed vergelijkbaar met een epidemie’, aldus de onderzoekers.
Bron
Connected! Waarom geluk besmettelijk is en je vrienden je dik maken. Hoe sociale netwerken bijna elk aspect van ons leven vormgeven, Nicolas Christakis en James Fowler (Balans Uitgeverij, 2010)
Meer lezen
Egolutie – Het einde van het ik-tijdperk, Susanne Piët (Business Contact, 2014)