Dertigers hebben het niet gemakkelijk vandaag. Het is een generatie onder druk. In je dertigerjaren moet het allemaal gebeuren, of zo lijkt het toch. Je moet carrière maken én de juiste levenspartner vinden én een huis kopen én je levensrichting bepalen. Allemaal grote beslissingen die een nog grotere vraag met zich meebrengen: willen we in dat alles ook nog een kind?
Tekst Lien Lammar – Foto Shutterstock
Wil ik kinderen of niet? Als je eenmaal de dertig voorbij bent, stelt de vraag zich pertinenter dan ooit. Vriendinnen en collega’s worden massaal zwanger. Je ouders verlangen stiekem – of net heel erg luidop – naar kleinkinderen. De huisarts wijst je er in duidelijke woorden op dat je stilaan de grens van onvruchtbaarheid – of op z’n minst vruchtbaarheidsproblemen – nadert wanneer je een nieuw voorschrift voor de pil vraagt. Alles en iedereen rond je schreeuwt dat je nu toch wel eens een beslissing moet gaan nemen. Als dertiger moet er getrouwd, gebouwd en gebaard worden.
Twijfelen is voor twintigers!
Maar wat als je het nog altijd niet weet? Wat als je wel graag kinderen ziet, maar niet weet of je er zélf wilt opvoeden? Dan kan je nog even wachten en nadenken, maar het liefst niet te lang, want die eicellen blijven niet eeuwig rijp. Je kan je twijfel overboord gooien en gewoon springen, maar het gaat hier wel om een kind kopen, geen nieuw paar schoenen of een huis dat je weer kan verkopen. Ik moet er geen tekeningetje bij maken. It’s complicated, ook bij ondergetekende. Toen mijn nichtje me voor het eerst spontaan omhelsde en haar kleine mollige armpjes om mijn nek sloeg, moest ik bijna huilen van ontroering. Mijn vriend en ik nemen onze petekinderen – vijf intussen – graag mee op sleeptouw naar de speeltuin, het circus of het bos. We noemen de kleine kinderen van vrienden ‘schattig’ en lachen om hun gekke bekken of slimme uitspraken. En toch, op de vraag of we zélf kinderen willen, kunnen we geen antwoord geven. Misschien ooit, misschien nooit. We weten het niet. Het enige wat we wél weten, is dat we ze nu, op dit moment, niet willen.
Verlammende keuzestress
Hoewel de babyboom in onze vriendenkring het niet meteen zo doet lijken, zijn mijn vriend en ik vast niet de enigen die in de knoop zitten met de kinderkwestie. Cijfers van Kind en Gezin laten zien dat er flink getreuzeld en getwijfeld wordt. Vlaamse vrouwen krijgen almaar later én steeds minder kinderen. Met minder dan 68 000 geboortes zitten we aan het laagste cijfer in tien jaar tijd. Vlaamse vrouwen zijn gemiddeld 28 jaar wanneer ze hun eerste kind krijgen, maar almaar vaker wachten ze ermee tot na hun dertigste verjaardag – als er al kinderen komen. ‘Zo’n veertig jaar geleden was kinderen krijgen een vanzelfsprekendheid’, zegt Nienke Wijnants, een Nederlandse psychologe die in 2008 Het dertigersdilemma schreef. Het boek over de belangrijkste loopbaan- en levensvragen van twintigers en dertigers werd een bestseller, in het voorjaar verschijnt een nieuwe uitgave. ‘Kinderen, die kreeg je gewoon. Vandaag bepalen we zelf of we kinderen willen of niet. Het feit dat die nieuwe keuze er is, zorgt bij veel dertigers voor stress. Het is een zoveelste, lastige afweging geworden die je dient te maken. En aangezien er geen objectief, rationeel argument bestaat om kinderen te “nemen’”, ligt het gevaar op de loer dat je heel lang blijft twijfelen.’ We staan zelf aan het roer van ons leven en hebben maar te graaien in die overvloed van keuzes. Nog een studie erbij, even in het buitenland gaan wonen, wel of geen gezin: we bepalen zelf wat we willen. Al die mogelijkheden bieden kansen, maar werken ook verlammend. Daarbij komt nog eens dat dertigers dol zijn op plannen, iets wat dankzij anticonceptie perfect mogelijk is. ‘Er is nooit een ideaal moment om een kind te krijgen’, zegt Wijnants. ‘Je wilt eerst nog die wereldreis maken, die promotie op je werk binnenhalen, een groter huis met een tuin kopen … Al dat plannen heeft voordelen, maar het betekent ook een nieuwe, eindeloze bron van getwijfel en gepieker.’
‘Aangezien er geen objectief argument bestaat om kinderen te “nemen”, ligt het gevaar op de loer dat je heel lang blijft twijfelen’ Nienke Wijnants, psychologe
Ouder voor altijd
Wat vroeger vanzelfsprekend was, is nu een levensvraag van formaat geworden. Het is dan ook een belangrijke en vooral bepalende beslissing. ‘Je job, je partner, de omgeving waar je woont: niks hoeft vandaag “voor altijd’ te zijn”, zegt seksuologe en relatietherapeute Rika Ponnet. ‘Dat geldt voor zowat alles in ons leven, behalve voor kinderen. Het ouderschap kan je niet teruggeven of achterlaten, ouder ben je voor de rest van je leven. Dertigers zijn zich daar heel bewust van.’
Als ze kiezen voor kinderen willen ze het goed doen. Misschien wel té goed. Dat merkt ook journaliste Mirjam van Immerzeel op, die tien jaar geleden zelf worstelde met de vraag ‘wil ik een kind of niet?’ en er een openhartig boek over schreef – het boek dat ze zelf zocht maar niet vond in haar zoektocht naar een antwoord op haar dilemma. Ook zij werkt aan een nieuwe uitgave waarin ze wil uitzoeken wat er gekomen is van haar piekerende leeftijdsgenoten van toen en hoe het met de nieuwe generatie dertigers gesteld is. ‘Wat me opvalt in de gesprekken die ik met de twijfelaars van vandaag heb, is dat ze het ouderschap heel serieus nemen. Ze willen alles op een rijtje hebben voor ze eraan beginnen, een perfect plan hebben van hoe ze het willen aanpakken. Geen wonder dat het soms lang duurt voor ze aan baby’s durven beginnen.’ Ook Rika Ponnet ziet hoe dertigers de lat heel hoog leggen voor zichzelf. ‘De manier waarop over ouderschap gepraat wordt, is beklemmend. Het is een keuze die je gelukkig móet maken. Jij moet het goed doen, je kinderen moeten het goed doen. Nog voor je zwanger bent, word je om de oren geslagen met adviezen over hoe het wel of niet moet. Het ouderschap is lang geen ontspannende wandeling meer.’
En dan hebben we het nog niet gehad over die wereld vol terreuraanslagen, klimaatveranderingen en torenhoge prestatiedrang waar we onze toekomstige kinderen mee opzadelen. Ook dat voedt de twijfel. Wil je in deze maatschappij nog wel kinderen grootbrengen? Noël Salazar, antropoloog aan de KU Leuven, vindt dat iets te scherp gesteld. ‘Onze samenleving kent heel wat problemen waar dringend aan gewerkt moet worden, dat klopt. Maar beslissen om daarom geen kinderen te krijgen, zal daar niks aan veranderen, integendeel. Je zou ook omgekeerd kunnen redeneren: als je kinderen hebt, kan je hen ervan bewustmaken dat dat belangrijke problemen zijn waar we samen iets aan moeten doen. Misschien is het daarom net wél belangrijk om kinderen op de wereld te zetten: als investering in de toekomst, om waarden aan door te geven die jij zelf belangrijk vindt in het leven. Op die manier bekijk je het krijgen van kinderen als iets positiefs – wat het over het algemeen ook is.’
Bang van ploetermoeders
Sophie (34) worstelt al twee jaar met het kindervraagstuk. (…)
Lees het volledige artikel in het februarinummer van Psychologies.