Soms zijn we zo gefocust op het voorbeeld van zij die voor ons het pad geëffend hebben, dat we niet stilstaan bij degenen die ons op de hielen zitten. Journaliste Rosie Ifould boog dat om, en schakelde haar jongere collega in als mentor.

Tekst Rosie Ifould – Foto Shutterstock

Icone citation

‘De meeste oudere werknemers appreciëren dat de juniors zo oplossingsgericht zijn. Hun focus ligt op wat mogelijk is in plaats van op wat er moeilijk is’

Onlangs zat ik op een woensdagavond om 22 uur te wachten op een telefoontje dat mijn carrière kon veranderen. Ondanks het late uur was ik niet aan het wachten op iemand van een internationaal bedrijf uit een andere tijdzone of op een overbevraagde directeur die werkdagen van 20 uur klopt. Nee, mijn telefoondate van die avond was met de 23-jarige Laura, die druk aan het timmeren is aan een carrière bij een groot mediabedrijf. Het was het enige moment dat we hadden kunnen prikken waarop we allebei vrij waren voor mijn eerste sessie ‘omgekeerde mentoring’. Een paar maanden eerder had ik vastgesteld dat mijn eigen job een beetje een sleur is geworden. Niks dramatisch, maar ik had wel de behoefte aan een fris perspectief op waar ik mee bezig was, om weer wat schwung in mijn werk te brengen. Ik zat te overwegen of ik een mentor moest inschakelen om me in de juiste richting te sturen, toen ik online las over ‘omgekeerde mentoring’ – een term die voor het eerst geïntroduceerd werd in de late jaren 90, maar die tot nu nodig had om echt in zwang te geraken.

Een fris perspectief

Het idee is dat oudere werknemers (meestal veertigers of vijftigers) baat kunnen hebben bij een jongere mentor (meestal een twintiger). Die samenwerking kan verrassend veel potentieel hebben, meent Emma Cerrone van digitaletrainingsbedrijf Freeformers. ‘Het kan je echt een fris perspectief bieden.’ Het hele concept van Freeformers is gestoeld op het principe dat jongeren training en advies geven aan oudere, vaak hooggeplaatste werknemers. ‘Al na een korte periode van begeleiding beginnen de meeste seniors te appreciëren dat de juniors zo oplossingsgericht zijn. Hun focus ligt op wat er mogelijk is in plaats van op wat er moeilijk is – en dat is enthousiasmerend.’ In de meeste gevallen focust omgekeerde mentoring zich op nieuwe technologie en social media, maar in sommige situaties kan het ook zijn dat de senior iets opsteekt van de houding en aanpak van de junior. Penny Power, de oprichtster van Digital Youth Academy, ervaarde het zelf toen ze haar dochter in dienst nam. ‘Ze was pas afgestudeerd en ik had dringend iemand nodig voor projectmanagement. Ze was altijd al erg koppig, en ik zag het als een ideale opportuniteit om de scherpe kantjes er wat af te vijlen. Maar de realiteit draaide anders uit: uiteindelijk was ik degene die iets bijleerde van haar.’

Leren van elkaar

Power begon haar dochter te observeren in meetings en nam haar advies om assertiever uit de hoek te komen ter harte. ‘Ik vroeg haar om me te wijzen op waar ik volgens haar de mist in ging.’ Ze herinnert zich hoe ze op een dag van thuis uit twee lastige werktelefoontjes deed, terwijl haar dochter zonder dat ze het wist meeluisterde vanuit de andere kamer. Zodra ze had neergelegd, kwam haar dochter binnen en zei ‘goed gedaan, mama, dat was echt super!’. Een trots moment, noemt Power het zelf. Het zou misschien anders gelegen hebben als het Powers secretaresse was die zo’n opmerking maakte in plaats van haar dochter, maar toch is het vooral Powers eigen attitude die de doorslag gaf. ‘Leren toegeven dat je wel wat hulp kan gebruiken maakt deel uit van het leerproces’, zoals ze het zelf formuleert. De Digital Youth Academy brengt digital natives in contact met bedrijven die op een veel klassiekere leest geschoeid zijn. Of ze van hun overste het vertrouwen krijgen om op hun eigen manier hun weg te zoeken, is de doorslaggevende factor die bepaalt of de samenwerking een succes wordt. Zodra ik zelf op zoek ga naar een mentor, besef ik hoe kwetsbaar ik me daarbij voel. Ik haat het om toe te geven dat ik hulp nodig heb, zeker van iemand jonger. (Ik vermoed dat dat veel te maken heeft met het feit dat ik uitblink in mijn rol van de bazige oudere zus.) Ironisch genoeg is hulp vragen nu net iets waar de jongere generatie in excelleert, meent Power. ‘Ze hebben een echte netwerk-mindset. Voor hen voelt open en ondersteunend zijn natuurlijker dan zich een gesloten, selectieve of controlerende houding aanmeten.’

Online kan je op de website van LeadORS (www.leadors.co) een test doen om meer zicht te krijgen op je eigen mindset, en die bevestigt mijn intuïtie: ik hoor zelf meer in die laatste categorie thuis, en omdat ik meestal thuis in mijn eentje werk en geen deel uitmaak van een groot bedrijf, duurt het best lang voor ik een geschikte mentor gevonden heb. Laura is het nichtje van een collega van mijn vader. Ik heb haar ooit maar een keer kort ontmoet, maar als ik over haar job hoor, lijkt ze me wel het soort persoon dat ik zelf ook zou willen zijn – iemand die vlotjes kan netwerken en zichzelf kan promoten via social media.

Als ik dat laat vallen tijdens mijn eerste Skypemeeting met Laura, vertelt ze me met plezier hoe ze zelf contacten legt. Ze brengt minstens twee uur per dag door op social media, zegt ze. Ik breng zelf waarschijnlijk evenveel tijd door op Facebook en Twitter, maar ik denk dat het verschil is dat ik meer een ‘gluurder’ ben. Laura’s Twitterfeed bulkt van de informatie die gelinkt is aan haar job, en dat doet haar een pak meer ‘mee’ lijken dan de mijne. Maar zelfs zij geeft toe dat ze het idee heeft niet meer mee te zijn, als ze kijkt hoe de tieners van tegenwoordig omgaan met social media. ‘Het zit ’m in kleine dingen zoals onmiddellijk filmpjes posten. Zelfs kom ik er niet toe, maar 14- en 15-jarigen, of zelfs jonger, maken allemaal indrukwekkende video’s met hun telefoon.’

Essentiële verschillen

Op het einde van ons gesprek voel ik me stilaan bejaard. Maar fascinerend is het wel, Laura vragen kunnen stellen over haar werkhouding en zo ook verschillen ontdekken in hoe we denken. Ik kom er al snel achter dat ‘wat zou Laura doen?’ als mantra gebruiken niet echt een meerwaarde gaat zijn voor mij, omdat we op sommige vlakken fundamenteel van elkaar verschillen in hoe we ons leven aanpakken. Als ik haar bijvoorbeeld vraag of vrouwen van in de dertig of ouder goed vertegenwoordigd zijn bij haar op het werk, vertelt ze me dat ze een paar pittige gesprekken heeft gehad met oudere collega’s over de noodzaak om compromissen te sluiten tussen werk- en gezinsleven. Op dat vlak wordt het duidelijk dat er ook iets te zeggen valt voor een oudere mentor, die zelf de ervaring heeft gehad van schipperen tussen carrière en kinderen. Maar omgekeerde mentoring is dan ook helemaal niet bedoeld als substituut voor een klassieke mentor. Gewoon geconfronteerd worden met de manier waarop Laura de dingen aanpakt, doet me al nadenken of ik mijn eigen houding wat kan bijspijkeren. Ze heeft een bewonderenswaardige openheid en vastberadenheid die me mijn eigen neiging tot cynisme in vraag doet stellen.

Het was een nuttige eerste sessie, maar al snel kom ik tot het besef dat ik niet specifiek genoeg geweest ben over de domeinen waarop ik Laura’s hulp echt zou kunnen gebruiken. Om het met de woorden van Emma Cerrone te zeggen: ‘je kan niet gewoon twee mensen samen in een kamer zetten en succes verwachten’. De volgende dag stuur ik een mail naar Laura, met de vraag hoe ik social media meer zou kunnen benutten. Ze reageert met een minireview van mijn onlineaanwezigheid (‘beperkt, maar to the point’). Ze maakt een paar aardige opmerkingen over mijn website, die deugd doen. Ik heb haar gewoonte overgenomen om via Twitter voorbeelden van mijn werk of items die eraan gerelateerd zijn te delen, en dat voelt zinvol.

Laura’s perspectief is zeker een hulp geweest, maar in zekere zin was het vragen om advies op zich nog de grootste hulp. Toegeven dat ik graag feedback wilde en moeten stilstaan bij hoe iemand anders mijn werk zou bekijken, heeft me anders doen denken.

In twee richtingen

Er is nog een laatste belangrijk aspect van de omgekeerde mentoring-relatie waar ik bij moet stilstaan. Wat heb ik Laura te bieden? Want een succesvolle relatie werkt in twee richtingen, zegt Cerrone. ‘Veel van onze mentors zien het als een opportuniteit om van insiders te horen hoe het bedrijfsleven werkt.’ En het is natuurlijk een pracht van een kans om je zelfvertrouwen te boosten. Of zoals Laura het formuleert: ‘Opeens doet jouw ervaring ertoe. Je krijgt de gelegenheid om wat je geleerd hebt in een context te plaatsen om iemand te helpen die ouder is dan jij. Als junior mentor kan je wat je weet naar waarde schatten, aan zelfreflectie doen en hiaten in je eigen kennis ontdekken.’

Lewie Allen (27) is het trainingshoofd bij Freeformers en verdeelt zijn tijd tussen jongeren digitale skills aanleren en mentor zijn voor managers. ‘Ik ben al mentor geweest voor mensen uit allerhande sectoren, maar ze zijn bijna altijd hooggeplaatst’, vertelt hij. ‘Mijn rol bestaat er vaak in om hen wegwijs te maken in het digitale landschap van vandaag – dikwijls gaat het erom multinationals te laten denken zoals een start-up.’ En wat heeft Lewie er zelf aan? ‘Mijn LinkedIn-profiel ziet er best indrukwekkend uit’, lacht hij. ‘Ik heb al heel wat waardevolle contacten gelegd. Ik vind het geweldig dat ik een inkijk in grote bedrijven krijg van aan de top. Als ik een job zou willen bij een bank bijvoorbeeld, dan zou ik beginnen aan het loket. Maar door dit te doen, weet ik hoe de dingen werken op directieniveau.’

Zo doe je het omgekeerd

Met deze tips neemt je proces van omgekeerde mentoring alvast een vliegende start.

  • Ga gericht op zoek naar de juiste mentor – jong zijn an sich volstaat niet. Kies iemand met intrigerende vaardigheden of iemand die op een indrukwekkende manier aan zijn carrière begonnen is.
  • Wees erop voorbereid om je kwetsbaar te voelen. Het is niet eenvoudig om toe te geven dat je bepaalde dingen niet onder de knie hebt en dat je advies nodig hebt.
  • Baken het werkterrein af. In veel gevallen zal het gaan om advies op het vlak van social media of nieuwe technologieën, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om het verkrijgen van inzicht in de manier waarop je klanten denken of om een nieuwe aanpak van netwerking.
  • Sta ook stil bij wat jij je mentor kan bieden, en niet enkel bij wat je van hem kan leren. Voor de seniors: junior mentor Lewie Allen zegt: ‘Mensen hebben het er vaak lastig mee om toe te geven dat ze bepaalde dingen niet kunnen of weten, dus probeer ik de hele sessie rond hen te laten draaien. Rond wat zij interessant vinden, zodat het relevanter wordt voor hen. Hoe sneller ik hen uit de mindset kan halen van “wie is die snotaap?” en hen kan bewijzen dat ik hen iets zinvols te bieden heb, hoe beter.’