We leven in een van de rijkste landen ter wereld, en toch groeit ook hier een ongemakkelijk gevoel: het leven wordt duurder, we worden met z’n allen armer. Kleine zelfstandigen, alleenstaande ouders, chronisch zieken, gepensioneerden … grote groepen mensen beseffen zelfs dat het helemaal niet zoveel scheelt of ze zouden het financieel wel eens erg moeilijk kunnen krijgen. Reden tot verontrusting? Of de aanleiding tot nieuwe creativiteit?

Tekst Yurek Onzia – Illustratie Eugenia Loli

Beste meneer Kris Peeters, u deed me vanmorgen in mijn koffie (van de Aldi!) verslikken, door te stellen dat we “allemaal” boven onze stand leven.’ Zo postte enkele maanden geleden de Antwerpse leerkracht Annemie Verbeiren op haar Facebookpagina, in een reactie op een aantal ongelukkige uitspraken van federaal minister van Werk Kris Peeters in het kader van besparingen. ‘Ik zou u willen uitnodigen om eens een maand of langer te leven van een uitkering. Van een pensioentje. Van een vervangingsinkomen. Van het loon van een alleenstaande ouder die daar één of meer kinderen van moet onderhouden, zonder hen het gevoel te geven dat ze minder zijn dan een ander, enkel en alleen omdat ze in een éénouder-gezin wonen’, schreef de vrouw die zichzelf omschrijft als een ‘knokkende alleenstaande moeder’. Zij kloeg in haar post verontwaardigd aan wat ‘de nieuwe armoede’ met je doet, ‘in naam van de werklozen, gepensioneerden, mensen die moeten leven van een vervangingsinkomen en alleenstaande ouders die het moeilijk hebben’. Het bericht werd in geen tijd meer dan 35 000 keren gedeeld en 43 000 keren geliket. Onze federaal minister van Werk en Economie en vicepremier had namelijk onverschrokken laten weten dat we met z’n allen best nog een tandje kunnen bijsteken en dat we ons aan nog hogere facturen mogen verwachten, willen we de begroting in orde krijgen. In de nasleep van de financiële crisis van 2008, zweren de regeringen Michel I en Bourgeois I – en België overigens lang niet als enige land – bij een nietsontziende besparingspolitiek. Gevolg: een terugwijkende overheid, die ondanks alle al geleverde inspanningen nog meer geld nodig heeft en dat geld telkens haalt bij dezelfde mensen (lees: jij en ik), terwijl de grootbanken die de wereld in de huidige crisis hebben gestort, de multinationals, de grote vermogens en de financiële fraudeurs de dans blijven ontspringen.

Trek-uw-plansamenleving

Experts zoals Bea Cantillon, Vlaanderens armoedespecialist bij uitstek, waarschuwde in de lente al voor een trek-uw-plansamenleving en een verdere afbraak van de verzorgingsstaat, die er decennia voor heeft gezorgd dat wie niet mee kon toch een zekere bestaanszekerheid en bescherming genoot. Ze verwijst daarbij naar de besparingen bij de overheid, de indexsprong (waardoor de lonen, pensioenen en uitkeringen gedurende een bepaalde periode niet meer aangepast worden aan de stijgende levensduurte, met een verlies van koopkracht tot gevolg, nvdr), de hogere btw, de duurdere energie en een resem andere besparingsmaatregelen. En naar een hardere maatschappij met meer ongelijkheid naar Amerikaans model – wat ook blijkt uit het steeds grotere succes van de voedselbanken en sociale restaurants. Neem bijvoorbeeld Ursula (47). Ze is alleenstaand en heeft haar hele leven gewerkt. Van wat ze verdiende kon ze comfortabel leven. Drie jaar geleden stortte ze fysiek plots in. Diagnose: een combinatie van fybromyalgie en chronischevermoeidheidssyndroom. Werken werd onmogelijk. Sindsdien moet ze het rooien met een uitkering van 1 300 euro per maand, waarvan ze ook haar huur, haar behandelingen en aanvullende medicatie moet betalen. ‘Gelukkig is er niet ver van waar ik woon het sociaal restaurant – of zoals het tegenwoordig wordt genoemd: het buurtrestaurant – De 7 Schaken, waar je een warme maaltijd kan krijgen voor 8 euro. Mijn andere voedingsproducten koop ik in de Aldi of van de witte producten. Een kappersbeurt stel ik zolang mogelijk uit. Met het sober leven op zich heb ik geen probleem,’ zegt ze nog, ‘wel met het gevoel dat je je voortdurend moet verantwoorden tegenover anderen.’

Het is gauw gebeurd

Bea Cantillon wijst in een interview op de gevaren van de groeiende ongelijkheid in ons land. Volgens haar gegevens leeft momenteel 15,5 % van de bevolking in armoede en is er maar liefst 18,8 % kinderarmoede. De Europese statistiekdienst Eurostat meldde op 30 mei dat in de Belgische steden maar liefst 28,6 % van de stadsbevolking in armoederisico leeft of het risico loopt op sociale uitsluiting. Goed voor 908 000 mensen en een cijfer dat aanzienlijk hoger is dan dat van onze buurlanden. In de Europese Unie ligt enkel in Griekenland (34,1 %) en Bulgarije (30 %) dat risico nog hoger. Heel wat mensen beleven het aan den lijve. Werner en Freeke, bijvoorbeeld, die beiden in de entertainmentbusiness werkten en niks tekortkwamen. Werner (44): ‘Na jaren hard werken zat ik plots opgescheept met een burn-out, die uitmondde in een serieuze depressie. Ik stelde alles wat ik tot dan toe gedaan had in vraag, mijn leven zoals ik dat kende kwam op losse schroeven te staan. Na driekwart jaar werd mijn partner ook verliefd op iemand anders. Dat was erg pijnlijk, maar ondertussen schieten we opnieuw goed op met elkaar. Mijn ex en haar nieuwe vriend vormen ondertussen al een tijdje een nieuw samengesteld gezin, met onze twee kinderen en zijn twee kinderen uit een vorige relatie. Maar ook hij verloor een poosje geleden zijn baan omwille van een reorganisatie op het werk. Dat maakt dat zij het ook niet breed hebben. We hebben co-ouderschap over onze kinderen in een goede verstandhouding. Maar mijn aandeel van de kosten voor de kinderen én mijn eigen kosten betalen, op basis van een ziekte-uitkering die ondertussen is teruggevallen tot 60 % van mijn laatste brutoloon, wordt almaar moeilijker. Sowieso betekent het flink de broeksriem aanhalen en besparen op dingen die je vroeger als vanzelfsprekend beschouwde, zoals uitjes, etentjes en reizen. Ik hoop dat ik snel weer beter ben en opnieuw aan de slag kan, want dit is echt niet vol te houden.’ Een scheiding, een burn-out, een ziekte, een ontslag … het is gauw gebeurd. Resultaat van die evolutie is dat de middenklasse, traditioneel de ruggengraat van de samenleving, steeds meer verdwijnt. De almaar groeiende groep freelancers, alleenstaande ouders, kleine zelfstandigen, langdurig zieken, studenten, gepensioneerden: steeds meer mensen hebben het moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen en dreigen door de mazen van het net te glippen.

Angst en onzekerheid

Verandering van sociale en financiële status is nooit fijn, maar in tijden waarin koopkracht de nieuwe religie lijkt te zijn, kan het feit dat je je financiële toestand ziet krimpen de nodige bezorgdheid en angst teweegbrengen. ‘Ik stel inderdaad een enorme onzekerheid vast over de toekomst’, zegt psychiater, neurowetenschapper en filosoof Damiaan Denys, die in de herfst De Angstparadox uitgeeft, een boek over hoe angst en onzekerheid de wereld waarin we nu leven bepalen. ‘En terecht, want de normen en waarden waarmee mijn generatie is opgegroeid, veranderen pijlsnel. De familie was een belangrijke structuur en de hang naar zekerheid stond voorop. Anders gezegd: je zocht een partner, kocht een huis, stichtte een familie en ging werken bij een bedrijf. In Europa betekende dat meestal dat je ook heel lang bij datzelfde bedrijf blééf werken, en dat je langzaamaan een zekerheid opbouwde naarmate je ouder werd. Dat klassieke bestaan en die zekerheid vallen steeds meer weg en dat zorgt voor angst, stress en spanningen, soms ook voor boosheid. Die stress kan leiden tot depressies, relatieproblemen en andere moeilijkheden. Dat gevoel gaat dwars door alle sociale klassen en leeftijdscategorieën heen. Jongeren kunnen ook niet altijd meer rekenen op een vaste baan. Studies betalen wordt lastiger, het duurt ook langer voor ze een job krijgen en dat maakt de onzekerheid nog veel nijpender.’ Wat Denys interessant vindt, is dat een aantal mensen zich daar helemaal niet druk om lijkt te maken. ‘Ze trekken met veel gemak naar bijvoorbeeld Australië en proberen daar iets op te bouwen; de globalisering en de maatschappelijke evolutie hebben er ook voor gezorgd dat veel mensen veel verder kijken dan België en de omgeving waarin we zijn opgegroeid.’ Maar niet iedereen heeft natuurlijk dezelfde ondernemersdrang. ‘Het is best mogelijk dat een bepaalde middenklasse, die net niet de minimale financiële vermogens noch de intellectuele vaardigheden heeft, door die evoluties vast komt te zitten,’ zegt hij nog, ‘en extra lijdt omdat ze niet die capaciteiten heeft om met die grote onzekerheid om te gaan.’

Hoopvolle alternatieven

Gelukkig zijn er ook positieve signalen. Steeds meer mensen, zoals Amélie en Karl, geven aan dat ze het bewust met minder willen doen, minder willen werken en willen consuminderen. Amélie (37): ‘We wilden ons leven al langer omgooien. De ratrace, de files, het geregel voor de opvang van de kinderen omdat je pas later weg kan op het werk, het feit dat je elkaar nauwelijks ziet tijdens de week: we hadden er allebei onze buik vol van.’ Toen Karl door een zoveelste saneringsronde zijn goedbetaalde job kwijtraakte bij een mediabedrijf, besloten ze om van de nood een deugd te maken en een oude droom na te jagen. Amélie: ‘Samen met enkele vrienden zetten we onze schouders onder een biologische plukboerderij: gezonde en eerlijke seizoensgroenten -en fruit, recht van het veld naar de consument. We zullen minder verdienen, maar meer tijd hebben voor elkaar en de kinderen en voor een bewustere manier van leven. De grond waarop we verbouwen ligt vlakbij ons huis, dus van files en zelf geen meester zijn over je tijd zullen we geen last meer hebben. Zelf ben ik overgeschakeld van een fulltime naar een parttime job. Het wordt een hele uitdaging, maar we kijken ernaar uit.’ Koppels zoals Amélie en Karl zijn er almaar meer. Ze verkiezen ‘welzijn’ boven materiële ‘welvaart’. Welvaart die ze alleen kunnen verwerven door mee te doen aan het gejaag dat zo vaak resulteert in burn-outs en depressie, in een systeem dat zijn beste tijd lijkt te hebben gehad. Zij geloven eerder in TAPAS (‘There Are Plenty of Alternatives’, er is een overvloed aan opties die kunnen leiden tot een nieuw samenlevingsmodel) dan in TINA (‘There is no Alternative’, we moéten doorgaan zoals we bezig zijn, want er is nu eenmaal geen andere keuze). Ze roepen allerlei deelsystemen, FabLabs (experimenteer- en onderzoeksruimtes, nvdr) en lokale voedselinitiatieven in het leven, richten zelf banken en energiecoöperaties op en zetten in op een andere, collaboratieve economie, die steunt op pijlers zoals duurzaamheid, verbondenheid, solidariteit en open en gedeelde kennis. Een model dat uitgebreid wordt beschreven door de Belgische transitiedenker Michel Bauwens in zijn boek De Wereld Redden. ‘Ons oude economische systeem is aan het sterven en een nieuw model is aan het geboren worden. Maar het gebeurt zeer gefragmenteerd en dus zien de meeste mensen het grotere plaatje nog niet’, zegt Bauwens. ‘Door de automatisering verdwijnen er in een recordtempo jobs. De enige oplossing die onze regeringsleiders zien, is nog meer besparen en oreren dat we langer en flexibeler moeten werken voor minder loon – hoewel economen als Paul De Grauwe en Nobelprijswinnaar Paul Krugman al jaren zeggen dat de rigide besparingspolitiek geen oplossingen biedt. Integendeel: ze drijft mensen naar de bedelstaf en biedt geen enkel perspectief.’

De toekomst in eigen handen

Toch ziet Bauwens de toekomst niet somber in, want ook hij ziet de tegenbeweging groeien. ‘Miljoenen mensen zijn op dit moment bezig om de dingen anders aan te pakken. Ze willen bouwen aan iets nieuws binnen het oude systeem. Niet enkel omwille van de terugwijkende overheid, maar ook omdat ze een echte noodzaak zien: ze hebben geen vertrouwen meer in de oude politiek en de grote bedrijven. Ze willen de touwtjes zelf in handen nemen en een kortere keten creëren, die gefaciliteerd wordt door het internet en de nieuwe technologieën. En met oog voor meer solidariteit, duurzaamheid en menselijkheid. Dat merk je aan alle peer-to-peer- en op het gemeengoed gebaseerde initiatieven die als paddenstoelen uit de grond schieten. Mensen wíllen zich engageren voor meer sociale rechtvaardigheid en solidariteit, bijvoorbeeld via coöperatieven – momenteel werken er trouwens wereldwijd al meer mensen voor coöperatieven dan voor multinationals – en fairtradebewegingen. Maar ze engageren zich ook voor meer openheid en transparantie via open source-bewegingen en open design-gemeenschappen, en voor duurzaamheid via de circulaire economie en een act global, think local- aanpak via microfabrieken.’ Het is een evolutie die, ondanks alles, hoop geeft, vindt ook Bauwens: ‘Er is altijd hoop. En het is belangrijk om hoop te hebben. Niet omdat mensen die de wereld willen verbeteren daar altijd 100 % in slagen. Maar stel je voor dat je zelfs niet meer zou proberen. Dan ga je zeker achteruit. En nog veel sneller.’

Meer lezen

De Angstparadox, Damiaan Denys (Atlas Contact/VBK, verschijnt in november 2016)

De Derde Industriële Revolutie, Jeremy Rifkin (Nieuw Amsterdam, 2014)

De Wereld Redden – Met peer-to-peer naar een postkapitalistische samenleving, Michel Bauwens (Hautekiet, 2013)