Het is gemakkelijk om een Facebookstatus te vullen met gemopper over wat er misloopt in de wereld. Waarom doet niemand daar iets aan, klinkt het dan. Tot je beseft dat je zélf iemand bent, en er dus zélf iets aan zou kunnen doen. En sommige mensen schieten dan ook in actie.

Tekst Lien Lammar – Foto Shutterstock

Een handvol mensen verdient miljoenen euro’s, terwijl miljoenen mensen amper een handvol geld hebben. In de oceaan drijven meer plastic­deeltjes en olievlekken dan vissen en koralen, en als het voedsel op ons bord niet vol met pesticiden zit, dan wel met te veel suiker, zout of vet. We hebben meer contact met Facebookvrienden die we nooit zien dan met de buurman die al twee jaar naast de deur woont. Om maar te zeggen: er zijn een pak dingen die beter kunnen in de wereld, daar zijn we het allemaal over eens. Vraag is wat je met die vaststelling doet. Je kan er eens flink over zeuren bij je (echte of virtuele) vrienden, wat ongetwijfeld oplucht en je – als het even meezit – een hoop likes oplevert. Of je kan stoppen met klagen en iets doen.
Een simpele zin waar Steven Vromman, de Low Impact Man uit Gent die van duurzaam leven zijn missie gemaakt heeft, vorig jaar een boek over schreef. In Stop met klagen reikt hij recepten en voorstellen aan voor iedereen die de wereld vrolijker en groener wil maken. ‘Zolang je klaagt over wat er fout gaat, ben je niet bezig met wat je liever wél zou willen’, schrijft Vromman. ‘We gaan er te gemakkelijk van uit dat we niks kunnen doen of dat anderen het probleem wel zullen oplossen. Maar het ergste wat we kunnen doen aan wat fout loopt, is niks.’

Facebook als krachtbron

We hebben verandering nodig. Niet ooit, niet morgen, maar nu. Voor Michel Bauwens, cyberfilosoof en auteur van het boek De wereld redden, bestaat er geen twijfel over: het is aan onszelf om daarvoor te zorgen. ‘Wat er vandaag in de wereld gebeurt, is het probleem van elk mens. We zijn onze planeet aan het uitputten, sociale relaties verslechteren, de maatschappelijke ongelijkheid neemt toe … Kunnen we daar iets tegen doen? Mijn antwoord is: ja. We kunnen niet blijven wachten tot overheidsinstellingen en bedrijven het voor ons gaan oplossen. In Duitsland hebben miljoenen mensen zich verenigd in energiecoöperaties, om zo samen een lokale en hernieuwbare energieproductie op gang te zetten, los van de grote bedrij­ven. We zijn almaar meer in staat om onszelf te organiseren. De peer-to-peer economie, waarbij mensen vrijwillig meewerken aan een gemeenschappelijk project, wint aan belang.’ Nieuwe technologie helpt ons daar een aardig handje bij. Sociale media zijn dikwijls een bron van onzin en triest kijkende emoticons, maar diezelfde klaagput heeft ook een kracht die we niet kunnen negeren. In enkele muisklikken bereik je tientallen tot duizenden mensen die kunnen zien, lezen of horen waar jij mee bezig bent. ‘Facebook, Twitter, YouTube, blogs: ze zorgen voor een explosie aan mogelijkheden’, zegt Bauwens. ‘Je kan veel gemak­kelijker dan vroeger iets organiseren, een initiatief onder de aandacht brengen en mensen bereiken, zonder dat je daarvoor over veel financiële middelen moet beschikken.’

Wakker worden

Van weggeefmarkten en zelfoogstboerderijen tot autodeelgroepen, verpakkings­arme winkels en inzamelacties voor vluchtelingen: er leeft en beweegt wat. Niet alleen omdat het internet ons de kans geeft om op grotere schaal samen te werken, maar ook omdat we het zelf willen. ‘Steeds meer mensen voelen de nood om bij te dragen aan een betere wereld’, zegt Michel Bauwens. ‘Onze job geeft ons niet altijd die voldoe­ning. Het is de drang naar een zinvolle invulling in combinatie met de realiteit van de huidige problemen die ons als burger wakker maakt.’ We zijn niet allemaal in de wieg gelegd om een mars met twintigduizend mensen te organiseren in Brussel, zoals Wouter Hillaert doet met zijn groeiende burgerbeweging Hart boven Hard. Dat hoeft ook niet. ‘Je doet wat je kan volgens je eigen talenten en passies’, meent Bauwens. ‘Iedereen is wel ergens goed in, we kunnen allemaal iets bijdragen. Je kijkt gewoon naar wat je graag doet en wat jou het meest ligt. Die intrinsieke motivatie wordt almaar belangrijker. Geld is niet langer de enige drijfveer om iets op te starten of je ergens voor in te zetten. Veel minder dan vroe­ger laten we onze identiteit bepalen door ons diploma, beroep of inkomen. Je wordt erkend om wat je bijdraagt aan die nieuwe manier van samenleven en samenwerken.’

Klein verzet

Of je nu het zwerfvuil in je eigen straat opruimt of af en toe een wandeling gaat maken met je eenzame buurvrouw, het zijn allemaal kleine daden van verzet die tot verandering kunnen leiden. Want net zoals klagen werkt ook initiatief nemen aanstekelijk. Laten zien dat het anders kan, is vaak beter dan boos en luid verkondigen dat het anders moet. Voor de mensen rond je, maar ook voor jezelf. ‘Steeds meer onderzoek toont aan dat je een beter gevoel krijgt als je iets doet wat positief effect heeft op de omgeving dan wanneer je je eigenbelang nastreeft’, zegt Vromman in zijn boek. ‘Doelbewust acties ondernemen die de wereld rond je een stukje beter maken, versterkt je eigenwaarde en tevredenheid. Je bewust worden van je invloed en die positief gebruiken kan wonderen doen.’ Is het idealistisch of realistisch dat de wereld redden begint bij de vraag: wat kan ik er zélf aan doen? Bauwens wil geen labels kleven. ‘Ik hou van de uitspraak van de Franse filosoof Bernard Stiegler: je suis ni optimiste, ni pessimiste, je suis combatif. Dat vind ik een mooi antwoord. Of het nu zal lukken of niet, we moeten ervoor gaan en het proberen.’ ‘We willen allemaal een betere wereld en we wachten al lang op degenen die dat zullen waarmaken’, schrijft Vromman. ‘Vergeet het niet: wij zijn degenen op wie we aan het wachten waren.’

Meer lezen
De wereld redden. Met peer-to-peer naar een postkapitalistische samenleving, Michel Bauwens (Houtekiet, 2013)

– Stop met klagen. Doe-het-zelfgids voor een vrolijke, nieuwe wereld, Steven Vromman (Borgerhoff & Lamberigts, 2015)