stilteweek

Een duik in de stilte

‘Het is de bedoeling dat ik met aandacht en in stilte frambozen pluk. Anderhalf uur lang. Inwendig foeter ik. Heb ik daarvoor verlof genomen en mijn kinderen en man achtergelaten?’

Dag 2 Verzet en overgave

Na het heerlijke voedzame ontbijt is het tijd voor werk. Sofie en ik gaan de tuin in. Mijn werk is frambozen plukken. De bedoeling is dat ik dat met aandacht en in stilte doe. Anderhalf uur lang. Inwendig foeter ik. Heb ik daarvoor verlof genomen en mijn kinderen en man achtergelaten? Sofie plukt zelf ook mee. Op een gegeven moment zie ik dat zij er veel meer heeft. Ik geraak meteen gestrest. Wat gaat ze denken als ze ziet dat ik er minder heb? Maar wacht even, Sofie heeft gewoon betere struiken dan ik, dus ik kon gewoon niet zoveel frambozen verzamelen! Ik moet lachen om mijn eigen gedachten, maar ik merk dat ik dat soort gedachten in een complexere vorm ook in mijn professionele leven heb. Pijnlijk confronterend. Hoewel ik verzet had ten opzichte van deze klus, merk ik dat er geen minderwaardig of vervelend werk bestaat. Als je alles met aandacht doet, zonder je te haasten, resultaat na te streven of je te laten opjagen, kom je in een heel fijne flow. Ik schrik als ik er door het belletje aan word herinnerd dat ik mag afronden. Nu al? Tegen de middag loop ik door de mooie gang naar de ruimte waar we eten. Deze plek heeft een ziel, besef ik. Ze draagt, werkt mee aan het proces dat je hier doormaakt. En de tijd, de tijd waar ik thuis permanent mee strijd, vormt hier een bedding waarbinnen activiteiten elkaar vloeiend en prettig opvolgen. Elke activiteit heeft ook zijn eigen ruimte. De bibliotheek dient om te lezen of te praten, maar er is geen wifi zodat je niet verleid wordt om te werken. Mijn kamer heeft eveneens geen wifi want dient om te slapen. De stille ruimte herbergt de mogelijkheid om in stilte te zijn. De lange houten eettafel is enkel om te eten en in gesprek te gaan, maar volgens afspraak laten we er geen mobieltjes op liggen. Ik merk dat het veel rust geeft als elke ruimte een eigen functie heeft en dat het heel veel comfort biedt als je elke plek gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Verzet en overgave, verzet en overgave. Ze wisselen elkaar voortdurend af. Me schikken naar een tijdschema dat me is opgelegd is best moeilijk. Ik beschouw het als een verworvenheid dat ik autonoom kan werken, waar en wanneer ik wil, en dat ik mijn eigen agenda bepaal. Maar die vrijheid is ook een gevangenis geworden. Hoe vaak zit ik om 6 uur ’s ochtends of 11 uur ’s avonds nog aan mijn computer? In de wandeling manifesteert die beweging van verzet en overgave zich het sterkst. Elke dag dezelfde wandeling, wie bedenkt het? Ik schommel tussen fascinatie voor wat ik zie onderweg, het graan op de velden, de schapen, een kapelletje, en de verveling van het alleen wandelen. Op een bepaald moment kan ik een stuk afsnijden. Ik ben even in de verleiding, maar zet dan de pas er weer in. Op het juiste pad.

Dag 3 Zintuigen op scherp

Gewekt worden. Hoe lang is het geleden dat ik gewekt ben geweest door iemand die de taak op zich nam om dat te doen, niet door een toestel? Het geeft me een gevoel van geborgenheid. Thuis ben ik een notoire te-laat-komer. Hier ben ik altijd rustig op tijd. Wonderlijk. Vast ook omdat het dagschema gestructureerd en realistisch is opgebouwd, met goede overgangen tussen de verschillende activiteiten. De dag beginnen met dertig minuten stilte is een wisselend succes. Gisteren kon ik fijn in mezelf verzinken, maar vandaag zit ik te draaien en te keren omdat ik rugpijn heb. Normaal zou ik het mezelf kwalijk nemen, maar nu denk ik alleen maar ‘morgen beter’. Het begint me op te vallen dat mijn zintuigen op scherp gaan. Het gevoel van rijpe frambozen die geplukt willen worden. Op blote voeten door het gras lopen. Het geluid van duizend vogels. De zon op mijn huid. De pure smaak van het verrukkelijke en echt voedende eten dat Sofie maakt, vanuit ontspanning en intuïtie (ik hoop op een Rosario-kookboek). En ik realiseer me dat ik gemist kan worden, thuis en op het werk. Een ambivalente vaststelling. Ik was groenten in de keuken en pluk besjes. Ik mijmer over werk. Hard werken, vroeg opstaan, laat doorgaan, hoe absurd is dat eigenlijk? Zou het me lukken om thuis ook een rustig aandachtig ritme te ontwikkelen voor mijn werk, waarin ik met permanente aandacht en zorg in rust bezig kan zijn? Soms voel ik weerstand. Dat is een worsteling. Vooral ook omdat ik de oorzaak enkel in mezelf kan zoeken. Ik kan het immers niet op de files steken, op de kinderen of op mijn man. Zoals de dag geopend wordt met stilte, zo wordt elke dag besloten met een muziekmoment. Liggend in de kapel luisteren we naar muziek die Johan selecteert. Als een soort meergangenmenu introduceert hij kort de zorgvuldig uitgekozen stukken. Hoe vaak heb ik me overgegeven aan het enkel maar luisteren, met ogen dicht? De akoestiek in de kapel is magnifiek. De muziek vult de ruimte, ik realiseer me nu pas dat muziek een energie is, een trilling. Ik voel me zo gevoed en verwend op deze plek.