‘Vrijheid is dat ik mag zijn wie ik wil zijn’
Je wou de titel van je boek eigenlijk in vraagvorm brengen: Tien jaar vrijheid? Wie of wat hield je de jongste jaren dan nog ‘gevangen’?
Natascha Kampusch: ‘Na mijn ontsnapping werd ik opgenomen in een ziekenhuis in Wenen. Er stond een heel team klaar om me te steunen: dokters en psychologen, advocaten, politiemensen, een pr-medewerker … Iedereen was bezorgd dat ik mezelf iets zou aandoen en hield me nauwlettend in de gaten. Het was ironisch. Ik had mezelf net bevrijd en kreeg als beloning een stel nieuwe bewakers. Gaandeweg ontdekte ik dat ze lang niet altijd het beste met me voor hadden. Elk van hen had zijn eigen agenda, zijn eigen manier om me te manipuleren voor hun doeleinden.’
Twee weken na je ontsnapping gaf je een groot tv-interview. Het werd de start van een moeizame verhouding met de media. Heb je spijt van dat eerste optreden?
NK: ‘Ik heb geen spijt van het interview op zich. Ik wilde vrijheid en dus ook de vrijheid om me te uiten. Ik heb alleen spijt dat ik door alle reacties op dat tv-optreden de controle over mijn eigen verhaal ben verloren. Er werden zoveel commentaren, analyses en opinies gepubliceerd. Mensen vonden me te sterk, te weinig het typische slachtoffer. Men vroeg zich af of het allemaal wel zo erg was geweest. Ik kreeg het verwijt dat ik profiteerde van mijn plotse beroemdheid. Ik heb echt te doen met mensen die denken dat het zo goed met me gaat dat ze het liefst met me zouden willen ruilen! Ik heb nooit aan een bepaald beeld of aan bepaalde verwachtingen willen voldoen. Voor mij houdt vrijheid in dat ik kan zijn wie ik wil zijn, dat ik kan zeggen wat ik wil zeggen en dat ik over bepaalde zaken mag zwijgen. Alleen is dat een opvatting over vrijheid die niet iedereen deelt.’
Je verwijt de media dat ze het je lange tijd onmogelijk maakten om je verleden los te laten. Toch zoek je met dit nieuwe boek bewust de openbaarheid op. Is dat niet tegenstrijdig?
NK: ‘Ik vind het spannend om mee te werken aan een boek en ik ben nu eenmaal een publieke figuur. Toch vind ik dat ik recht heb op privacy. Ik ben bereid om over mijn tijd in de kelder te vertellen, maar details over de mishandelingen en het seksuele misbruik hou ik voor mezelf. Ik trek een grens, ook al inspireert dat riooljournalisten tot uitzinnige fantasieën en maakt het sommige mensen boos. Met dit tweede boek hoop ik een streep te trekken onder een moeilijke periode. Ik ben klaar voor een nieuw hoofdstuk.’
Wat verlang je van je leven in volle vrijheid?
NK: (…)
Lees het volledige interview in het februarinummer van Psychologies.